Jef Last als visionair

5 March 2021

lastjef_5d387646d5d5f-1440x_Niet vaak zal er zolang gewacht zijn op een biografie, als op die over de schrijver Jef Last (1898-1972). Al in 1986 besloot Rudi Wester dat ze een biografie over hem wilde schrijven, één van de belangrijkste auteurs uit de (extreem)linkse beweging in Nederland. Over Henriette Roland Holst, Herman Gorter en Theun de Vries, maar ook Nico Rost en Jacques Gans (om slechts enkele voorbeelden te noemen), zijn de afgelopen decennia fraaie biografieën verschenen. Maar Rudi Wester moest na vijf jaar onderzoek voorrang geven aan andere projecten en heeft vervolgens een prachtige carrière gemaakt bij het Institut Néerlandais en het Literair Vertalingenfonds. Eind 2016 heeft ze de draad van haar mooie project gelukkig weer opgepikt.

Toen ze destijds met dit karwei begon, was Jef Last nog niet eens zo gek lang overleden. Hij stierf op 15 februari 1972 en zijn ziekbed was lang en naar geweest. Last heeft zichzelf nota bene het laatste duwtje gegeven door – in de vrieskou en met ontbloot bovenlijf – een winternacht in de tuin van het Rosa Spierhuis door te brengen. Zijn laatste woorden waren, enigszins enigmatisch: ‘Het is alsof ik in een hele grote kathedraal ben.’ Had deze man, die een heel bruisend leven lang had gevoeld dat hij een buitenbeentje was, altijd in de contramine had geleefd met zijn omgeving (zowel privé als in zijn werk), in de dood eindelijk zijn definitieve ruimte gevonden? Met haar biografie wil Rudi Wester, zo schrijft ze in haar inleiding, die kathedraal graag voor Jef Last oprichten. Geen mausoleum dus, maar een stevig, goed gefundeerd bouwwerk waarbinnen leven en werken van Jef Last opnieuw gevierd mogen worden.

Opdracht

Belangrijk bij haar werk was de ‘opdracht’ die ze meekreeg van Wim ’t Hart, een van Jefs trouwste vrienden en iemand die veel van zijn boeken, brieven en manuscripten zorgvuldig heeft gearchiveerd: ‘Jij moet […] zonder vooroordelen kijken naar wat hij écht dacht en schreef. Dan zul je zien dat het verrassend modern en visionair is. Maar vooral dat hij een mens in tegenspraak met zichzelf is, een mens die zichzelf regelmatig bevraagt en van mening durft te veranderen als hij ziet dat zijn oude zelf niet meer voldoet.’
Aan die opdracht heeft de biografe ruimschoots voldaan. Jef Last wordt doorgaans gekarakteriseerd als een categorische dwarsdenker, maar Rudi Wester laat zien dat hij zoveel meer was dan dat. Iemand die permanent vragen stelde en alles met eigen ogen en oren wilde onderzoeken. Hij werd, zeker na de Tweede Wereldoorlog, een autonome denker en een rusteloze kosmopoliet die doorlopend nieuwsgierig was naar andere mensen en culturen. Iemand die ook nu nog tot de verbeelding spreekt. Meer dan vele andere schrijvers uit die vooroorlogse linkse beweging.

Partijloos

Nadat hij in 1938 als zogenaamde ‘trotskist’ uit de CPN werd gestoten, werkte Last aan een eigen, humanistisch soort socialisme, waarbij hij niet meer zozeer geloof hechtte aan een collectieve ideologie, maar aan een individueel georiënteerde innerlijke moraal om mensen aan de rafelranden van de maatschappij te beschermen: ‘Een werkelijk levend mens moet voortdurend in conflict met de maatschappij zijn.’ Hij zou zijn verdere leven dan ook partijloos blijven.
Jef Last werd gedreven door een intense afkeer van de burgermansmoraal, was als zoon van een gegoede familie liefst arbeider onder de arbeiders, pionierde met Joris Ivens in de avant-gardefilm, vocht mee in de Spaanse Burgeroorlog, onderzocht zelf het communisme in de Sovjet-Unie (al bleef hij vrij lang blind voor de ellende daar), zag al heel vroeg een groot gevaar in het fascisme, streed na de Tweede Wereldoorlog tegen het kolonialisme en imperialisme en vocht voor erkenning van (zijn) homoseksualiteit. En deze opsomming is verre van volledig.
Daarnaast schreef hij talloos veel: honderden (socialistische) gedichten, novelles en romans, non-fictie over Scandinavië, Japan, Indonesië en China, essays, reportages, filmscenario’s, kinderboeken, politieke brochures, pornografie, filosofische verhandelingen, een proefschrift over de Chinese schrijver Lu Hsün, memoires, brieven. En zijn bibliografie omvat behalve vele vertalingen van het werk van zijn dierbare vriend André Gide, ook tientallen vertalingen van Chinese, Franse Spaanse en Japanse literatuur.

Memoires

Om enige ordening aan te brengen in dit overvolle leven heeft Rudi Wester als biograaf scherpe keuzes moeten maken. Ze kon immers onmogelijk alles behandelen. Daarom heeft ze heel veel gebruik gemaakt van de memoires die Last aan het eind van zijn leven opstelde. Hoe onvolledig of onbetrouwbaar die soms ook blijken te zijn, Wester volgt in haar biografie dezelfde indeling die Jef Last in een terugblik voor zijn leven gebruikte. Dat lijkt goed te werken, al overtuigen wat mij betreft vooral de hoofdstukken die de vooroorlogse periode behandelen. Zodra de Tweede Wereldoorlog aanbreekt, deze periode liet Jef Last zelf helemaal weg uit zijn memoires, schrijft Rudi Wester toch met iets minder vaste hand. Of ze heeft in deze hoofdstukken nog flink moeten hakken om haar biografie niet verder te laten uitdijen. De hoofdstukken over de naoorlogse periode krijgen wel een iets journalistiekere toon, alleen al doordat de biograaf zelf iets vaker in beeld komt. Wat mij betreft een mooie keuze.
Deze levensbeschrijving leest als een spannend boek, de biograaf kiest uiterst zorgvuldig afgebakende episodes uit dit rijke, rare leven en citeert trefzeker om haar krachtige analyse goed te illustreren. Maar soms mis ik dingen. Zo is er de afgelopen decennia ongelooflijk veel en hoogwaardig gepubliceerd over schrijvers en uitgevers in de Tweede Wereldoorlog, maar getuige het notenapparaat heeft Wester daarvan het meeste niet gebruikt. En waar is Theun de Vries eigenlijk? De naam van deze belangrijkste Nederlandse communistische schrijver komt maar één keer voor in de biografie, terwijl Last van grote betekenis is geweest voor zijn bekering tot het communisme. En waarom is er überhaupt geen overzicht gemaakt van de geraadpleegde literatuur? Die is alleen via de noten te vinden en dat is in biografieën tegenwoordig hoogst ongebruikelijk. Er worden ook heel veel prachtige brieven geciteerd, maar ik kan nergens achterhalen waar die brieven zich bevinden.
Deze (detail)kritiek laat onverlet dat ik deze enthousiasmerende biografie over Jef Last met ongelooflijk veel plezier heb gelezen. Zelfs ben ik nieuwsgierig geraakt naar een paar romans die ik eerder nog niet had opgemerkt, naar zijn boeken over Japan, of naar zijn brieven over de Spaanse Burgeroorlog. Rudi Wester nodigt in deze uiterst leesbare en liefdevolle biografie haar lezers nadrukkelijk uit tot een hernieuwde kennismaking met het werk van Jef Last. Een groter compliment is voor een biograaf nauwelijks denkbaar.

Rudi Wester, Jef Last 1898 – 1972. Bestaat er een raarder leven dan het mijne? Uitgeverij Prometheus, Amsterdam 2021.

Eerder verschenen op Biografieportaal.