Happa Jella
26 May 2013Op 25 mei besproken in het programma Op en út van Douwe Heeringa, voor Omrop Fryslân.
Piter Boersma, De krêftproef. Friese Pers Boekerij, Ljouwert 2012.
www.friesepersboekerij.nl
Het verhaal, de plot, is zeker wel aanwezig in deze experimentele roman, maar door de auteur nadrukkelijk ondergeschikt gemaakt. Hoofdpersoon, als je daar al van mag spreken in dit boek (dat een lange, lange, lange rij personages kent) is ene Jelle Westerbaan. ‘Wie ben ik’, ‘waar ben ik’ en ‘hoe kan ik de wereld een beetje gelukkiger te maken’? Dat zijn de exemplarische vragen die Westerbaan zichzelf stelt. Hij geeft iets van een antwoord op die vragen door een plan te verwezenlijken dat de naam ‘Happa Jella’ krijgt. Heel in het kort betekent het dat er een flatgebouw ondergronds gebouwd wordt in de fictieve stad Ljouwens. Westerbaan is in die zin exemplarisch, dat mensen volgens Boersma hun allerindividueelste ‘Happa Jella’ het beste kunnen realiseren door zich te focussen. Waarop dan? Dat ligt voor iedereen weer anders, maar de focalisatie wordt doorgaans gestuurd door een authentiek soort verlangen. Bij het bewaren en bewaken van de focus in je leven is het tegelijkertijd belangrijk om beweeglijk te blijven, niet te verstarren, maar je open te blijven stellen voor het spel, de dans, de beweging.
De krêftproef is daarnaast een boek over het schrijfproces in een kleine cultuur. De krêftproef is Boersma’s ‘Happa Jella’. Want een grappig, beweeglijk boek schrijven is ook een krachtproef.
En is dan de waarheid, welke dan ook, gediend bij één afgerond verhaal met herkenbare personages die een consequent gedrag vertonen, of is die waarheid gediend bij de lach, de tegenstelling, het absurde detail, het betekenisvolle of het onzinnige detail? En hoe kan het eigenlijk dat in deze roman, toch een werk van fictie, ineens ook personages voorkomen die lang geleden echt geleefd hebben, zoals de schrijvers Daniil Charms, Velimir Chlebnikov? Zij behoorden tot de Russische avant-garde van de jaren twintig. Van Charms neemt Boersma in elk geval het willekeurige geweld over (er wordt wel eens een klap uitgedeeld) en de onverwachte wendingen in het verhaal. En dat gedicht van Paul van Ostaijen? Dat lijkt op een gedicht van ‘zot Polleken’, maar het is meer dan een vrije vertaling. En wat betekent dat dan? Dit is een boek dat meer vragen oproept dan antwoorden geeft en dat nog om te lachen is ook. Happy days.